YONDER BOYS - ACID FOLK

Artiest info
Website
facebook

Label: Blue Whale Records

Ik weet, ook na ampele beluistering van deze debuutplaat, eigenlijk niet zo goed wat het adjectief “acid” bij de titel komt doen, maar dat kan helemaal aan mij liggen en het zegt al helemaal niks over mijn inschatting van de intrinsieke waarde van de plaat. Eerst even situeren: Yonder Boys bestaat uit een trio in Berlijn aangespoelde muzikanten van heet diverse origine: gitarist Jason Serious is Amerikaan, banjospeler David Stewart Ingleton is Australiër en multi-instrumentalist Tomás Peralta is van Chileense komaf. Dat de drie elkaar in Berlijn tegen het lijf liepen, is helemaal geen toeval: die stad is namelijk sinds enkele jaren aan het uitgroeien tot het artistieke centrum van Europa, waar schilders, acteurs, schrijvers en muzikanten in alle vrijheid met hun kunstvorm kunnen bezig zijn en vrolijk allerlei mengvormen ervan kunnen beleven. Dat geldt dus ook voor het trio Yonder Boys, dat weliswaar allerhande invloeden uit Latin, pop en rock, zelfs met enige psychedelica erdoorheen in zijn oerklassieke Mountain Music en Americana draait, maar verder toch vooral trouw blijft aan de wetmatigheden die het genre kenmerken en daar is overigens helemaal niks mis mee.

Waar het trio mee opvalt, zijn de sterke driestemmige vocalen, die je nu eens aan The Beach Boys en een enkele keer aan “Substitute” van The Who doen denken. De razendsnelle mandoline-, gitaar- en banjo loopjes, zijn precies wat je verwacht van een bluegrass- of Old Time band. De tien songs van de plaat werden voor het grootste deel door het trio zelf geschreven, al werden ook “Look at What You Done” van Norman Blake, “High On a Mountain” van Olla Belle Reed en de vooral van Bob Dylan bekende traditional “House Carpenter” vanonder het stof gehaald.

De opnames gebeurden in de eigen studio van de band in Berlijn - met her en der wat inbreng van bevriende Berlijnse muzikanten, zoals violiste Héloïse Lefebvre, folkie Mabloni, harmonicaman Sebastian Hoch en blazer Matías Ignacio Piñeira - en werden nadien naar producer Tucker Martine in Portland, Oregon gestuurd. Die deed er “zijn” ding mee en zorgde er daardoor voor dat wat vreemd aandoende dingen als “The Great American Pussy Grab” -ik hoef u niet te vertellen over welke ex-president van de USA dit nummer handelt- en afsluiter “Il Pesce Spada” - een bijzonder Italiaans aandoend folknummer- een prominente plaats krijgen op de plaat.

“Verrassend, intrigerend en beloftevol” zo zou ik dit debuut durven noemen. Maar tegelijk ook slechts het begin van wat op termijn een erg knap repertoire zou kunnen worden. De drie heren mochten al openen voorNathanael Rateliff, Billy Bragg en The Wood Brothers en dat lijkt me de weg die ze moeten blijven volgen. Dan staan er ons nog veel mooie momenten te wachten met deze Yonder Boys!

(Dani Heyvaert)